Zevenduizend beschreven notitieblaadjes
“In de roeisport deden we al aan wetenschap,” steekt Buiting van wal. “Ik deed mee aan het WK en rond die tijd presenteerde een professor een compleet nieuw model. Zeven jaar had hij lopen rekenen hoe die roeiriem door het water gaat, hoe het werkte met turbulentie en dat soort zaken. Hij kwam op het congres met de superlift: een hele rare blokhaal en als we die allemaal zouden doen dan zouden we veel harder gaan. En wat deed iedereen een dag daarna? Uitproberen natuurlijk!” De zaal lacht. “Maar na een week was iedereen er weer mee opgehouden, want ze gingen helemaal niet harder. Het werkt ook andersom: een aantal Amerikanen kwam er achter na allerlei vormen te figuurzagen en uit te testen dat een simpel hakbijltje het snelst ging. Hoe dat werkt? Nou dat weten ze nu nog steeds niet. ”
Hij bracht het waarnemen in de praktijk, dat heeft hij tot een kunst verheven.
Leren waarnemen
“Leonardo da Vinci is nooit naar school geweest. Hij was een bastaardzoon en had, als hij geen bastaard was geweest, notaris moeten worden. Wat een geluk voor ons dat hij dat niet geworden is, want hij was vast een saaie man geworden.” Buiting vertelt over hoe Da Vinci op een werkplaats kwam te werken met allerlei verschillende soorten disciplines: werklui, kunstenaars en theatermakers. Mensen waar hij veel van leerde en waar hij erg nieuwsgierig van werd. “Hij bracht het waarnemen in de praktijk, dat heeft hij tot een kunst verheven.
Mijn toezichthouders kunnen daar iets van leren. Ze zeggen soms verschrikt: maar moeten we dan het werkveld in? Ja natuurlijk moeten jullie het werkveld in! Hoe kun je anders waarnemen? Da Vinci leerde zichzelf dingen verdiepend af te vragen. Hij probeerde zichzelf te leren rekenen, maar dat lukte hem nooit. Wij laten nu verpleegkundigen rekentoetsen doen, terwijl Da Vinci dat ook niet kon? Hoe vertaal je dat?”
Lucas, Corry en Monique
Buiting gaat verder over zijn moeder. Hoe ze steeds verder achteruit ging, hoe ze de laatste twee jaar van haar leven steeds meer zorg nodig had. En hoe hij er achter kwam dat er eigenlijk drie mensen waren waar hij het meest aan had: “Mijn broer Lucas, de enige in de familie zonder achtergrond in de geneeskunde, maar wél de mantelzorger van mijn moeder, Corry de overbuurvrouw en ervaringsdeskundige Monique.”
Hij vertelt dat zijn broer uitvond dat bestaande bekers en kopjes niet meer te gebruiken waren, en ontwierp zelf een bekertje waarmee hun moeder wél kon drinken. Corry de overbuurvrouw zag dat Buitings moeder geen regie meer had in het huishouden en maakte van een schriftje met plaatjes uit Libelle en Margiet een hulpmiddel waar hun moeder kon aanwijzen wat er nodig was. Buiting haalt een voorbeeld aan, waar ze met hun moeder in het ziekenhuis de uitslagen van allerlei tests hoorden van drie mannen in witte jassen, die heel hard gingen praten. “En het enige waar ze geen last van had was doofheid!” zegt Buiting. “Dat hadden ze niet waargenomen. Ze riepen ‘Uw moeder is ernstig dement!’, waarop mijn moeder boos de zaal uitbeende.” Daarna kregen ze medicijnen van de GGZ, waarop hun moeder erg slecht reageerde. “Denk je dat we dat teruggekoppeld hebben? Nee, we hebben gewoon die pillen niet meer gegeven.” En toen kwam Monique: de ervaringsdeskundige. “Die wiegde mijn moeder als ze bang was,” zegt Buiting, hoorbaar emotioneel. “Dat doet de huisarts of geriater niet. En we moeten zorgen dat zulke waarden weer terug in de praktijk komen.”
Wat zou het mooi zijn als de arts mee kon lezen in familievlog of -blog en zo meer inzicht krijgt en meer waar kan nemen.
Wijsneuzerig
Te vaak moet Buiting lesgeven in innovatie aan mensen die al opgeleid zijn. Anderzijds werken er weer te weinig ervaringdeskundigen in innovatie, in de teams waar we dingen bedenken en ontwerpen. En er wordt te weinig naar de expert cliënt of patiënt geluisterd. De structuren zijn blijkbaar zó, dat het moeilijk is om feedback te geven aan professionals, want mensen zijn bang om als wijsneus over te komen. Daar moet een kanteling in komen, vind Buiting. “Da Vinci heeft 7000 blaadjes volgeschreven met wat hij iedere dag zag en dacht,” sluit Buiting af. “Dat doen wij ook: we bloggen en vloggen en posten berichtjes op het internet. Wat zou het mooi zijn als de arts mee kon lezen in familievlog of -blog en zo meer inzicht krijgt en meer waar kan nemen. Als we dit meer als uitgangspunt nemen, dan wordt het een hele mooie wereld.”