Wetenschap helpt bij match zoeken tussen zorgverlener en cliënt

Het congres start met een animatiefilmpje van Kennisinfrastructuur Langdurige Zorg. Centraal in dit filmpje staat een lemniscaat, de rode draad die de doorlopende stroom van kennis voorstelt tussen praktijk, onderzoek en onderwijs. 
“We willen werelden verbinden, vraagstukken verbinden en zo tot nieuwe onderwijsproducten komen,” vertelt Karlijn Kwint, programmaleider Kennisinfrastructuur Langdurige Zorg, als het filmpje is afgelopen. “Samen maken we die rode draad. Dit alles om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.”

Het openingswoord van Kwint bevat uiteraard een rondje hand opsteken. De deelnemers van het congres blijken vooral medewerkers uit de ouderenzorg te zijn. Daarnaast zijn er ook medewerkers uit de gehandicaptenzorg. Een enkeling is werkzaam in beide sectoren, een enkeling komt uit het onderwijs, een enkeling komt uit de wetenschap. Ook zijn er nog ervaringsdeskundigen aanwezig en een tekstschrijver.

Kwint legt uit dat de workshops vandaag cross-overs zijn tussen praktijk en wetenschap. “Ga kijken op de plekken waar je niks vanaf weet,” geeft ze als tip.

Niet iedereen houdt van dezelfde muziek
Na het welkomstwoord is het de beurt aan Katrien Luijkx om iets te vertellen over wetenschap en de zorgpraktijk. Luijkx is bijzonder hoogleraar Ouderenzorg en coördinator Academische Werkplaats Ouderen van Tranzo.
“De titel van dit congres, ‘Wetenschap in de praktijk van mensgerichte ouderenzorg’, vat mijn ambitie perfect samen,” zegt ze.

Luijkx stelt dat het uitgangspunt in de zorg moet zijn dat cliënten zich gezien en gehoord voelen. Dat ze keuzes mogen maken die bij hen passen. “Dat is niet makkelijk: ieder mens is anders. Denk bijvoorbeeld aan muziek opzetten. Niet iedereen houdt van dezelfde muziek. De een houdt van iets waar de ander een hekel aan heeft en sommigen houden van stilte.”
Daarbij moet wel in gedachten blijven dat zorgverleners mogelijkheden en onmogelijkheden hebben. “Je moet een match zoeken. Dat is ingewikkeld.”

Ze werkt vanuit de Academische Werkplaats met elf organisaties samen, maar heeft vanuit de wetenschap geen recept van hoe het precies moet. “We kunnen met onderzoek wel een spiegel voorhouden: zijn we goed bezig voor de mensen voor wie we zorgen?”

Gelijkwaardige samenwerking is van groot belang. “Academici moeten niet zeggen: zo zit het. De zorgverlener deelt de praktijkervaring waar academici van moeten weten.”

Romantische liefde in een verpleeghuis
Als voorbeeld van onderzoek bij mensgerichte ouderenzorg noemt Luijkx intimiteit en seksualiteit in het verpleeghuis. Psycholoog Tineke Roelofs onderzocht deze thematiek bij mensen met dementie. Ze werd als psycholoog al vaak geraadpleegd bij probleemgevallen rondom seksualiteit.
Luijkx: “Roelofs vroeg zich af: is het probleemgedrag of zit er iets anders achter. Bijvoorbeeld als ze zichzelf willen aanraken als er iemand bij zit. Ze heeft toen interviews afgenomen met mensen met dementie, met stellen samen en met partners.”
De conclusie was dat de relatie tussen ouderen vaak heel close is. Het wordt vaak het meest gemist als een van de twee dement wordt. Mensen blijven ondanks dementie heel trouw en loyaal aan elkaar.
“Roelofs publiceerde artikelen over dit onderwerp. Het was heel wetenschappelijk verantwoord,  maar hoe vertaal je dat naar de praktijk?”

We merken dat interactie het beste werkt. Je zet mensen aan het werk, je geeft ze niet alleen les.

Tranzo doet dat op twee manieren. Er is een praktijkvertalingsproject, een kortdurend project na een promotieonderzoek. Hierbij worden ook zorgprofessionals geïnterviewd. Deze informatie wordt gebundeld met de kennis van Roelofs. “Zo zijn we tot een werkwijze voor zorgverleners gekomen over hoe je bewoners kunt helpen bij seksualiteit en intimiteit.”

Daarnaast ontwikkelen ze scholing voor mbo en hbo. “We merken dat interactie het beste werkt. Je zet mensen aan het werk, je geeft ze niet alleen les. Zo hebben we studenten laten toneel spelen. Het laat ze ervaren wat er gebeurt. Daarna kregen ze een lezing. En vervolgens gingen ze zelf aan de slag met wat je nodig hebt voor romantische liefde in een verpleeghuis.”

Volgens Luijkx is het belangrijk dat wetenschap en praktijk van elkaar leren. “Ieder moet bij zijn eigen expertise blijven, maar juist vanuit die expertise de krachten bundelen.”
 

Voeg toe aan selectie