2.13: De ontwikkeling, de haalbaarheid en het doel van een veerkrachtmonitor

Veerkracht meten en digitale vaardigheid

Steeds meer mensen met dementie wonen langer thuis. Hierdoor raken mantelzorgers toenemend overbelast, wat regelmatig de directe aanleiding is voor een crisisopname van de persoon met dementie. Het frequent meten van het welzijn en de veerkracht van mantelzorgers en het vroegtijdig inspelen op verslechteringen hierin, kunne wellicht crisisopnames voorkomen. De sessie wordt geleid door Dorien Oostra en Wouter Vos van Radboudumc te Nijmegen.

In deze sessie van REMIND wordt ingegaan op het ontwikkelproces van de veerkrachtmonitor, waarbij de eindgebruiker centraal staat. Deelnemers kunnen live, maar ook in Slido reageren op stellingen en vragen.
“Het pilotonderzoek duurde drie maanden en er namen veertien mantelzorgers en acht casemanagers deel,” zo vertelt Dorien Oostra. “Het grootste gedeelte was man, de gemiddelde leeftijd was 63, en de relatie met de cliënt was in zeven gevallen de partner en in zeven gevallen een kind van de partner. De ervaren belasting was laag, mantelzorgers deden 2-10 minuten over de invulling van de vragenlijst. De gebruiksvriendelijkheid werd als goed ervaren.”

De toegevoegde waarde voor de mantelzorgers zat in een gevoel van veiligheid omdat hun situatie werd gemonitord.

Gevoel van veiligheid
Samen met mantelzorgers en hulpverleners werd een monitor voor mantelzorgers ontwikkeld. Voordat op grote schaal kon worden onderzocht of deze monitor inderdaad het aantal crisisopnames verminderde, was het belangrijk om de gebruikerservaringen en de haalbaarheid in de praktijk in kaart te brengen door het doen van de voorgenoemde pilotstudie. Daarbij werden er casemanagers geworven die samen met minstens twee van hun mantelzorgers mee wilden doen. Dat deelnemen bestond uit een digitale vragenlijst voor mantelzorgers gekoppeld aan een dashboard voor de casemanagers. “We hadden een redelijk jonge studiepopulatie,” gaat Wouter Vos verder. “De toegevoegde waarde voor de mantelzorgers zat vooral in een gevoel van veiligheid omdat hun situatie werd gemonitord. ”

Papier of digitaal?
Als afsluiting wordt gevraagd aan de deelnemers wat ze nog zouden aanvullen op de monitor en dan blijkt digitale vaardigheid nog wel een struikelblok. Veel mantelzorgende partners blijken niet te kunnen omgaan met apps of e-mail. Er wordt geopperd of er niet een papieren vragenlijst kan worden geïntroduceerd. “Ja, in ons onderzoek hadden we de helft van de tijd te maken met een zoon of een dochter,” zo zegt Vos. “Er is inderdaad ook nog een groep waarvoor deze tool nog te vroeg komt. We hebben geprobeerd ‘m zo eenvoudig mogelijk te maken. We hadden wel door dat het het beste via e-mail werkte.” 

Baken
Uiteindelijk is het van belang om een vinger aan de pols te houden wat betreft het welzijn van de mantelzorger. Door wekelijks een aantal vragen te stellen wordt het welzijn en de veerkracht gemeten en zo blijft de wekelijkse monitoring niet alleen een vast baken voor de mantelzorger om eens te reflecteren, maar is het ook voor de casemanager een goed handvat voor een gesprek.

Voeg toe aan selectie