"Het doel van ons netwerk is om de ouderenzorg te verbeteren", vertelt Christa Nanninga, fysiotherapeut en vandaag vooral linking-pin — maar daarover zo meer. "Dat doen we door kennis te delen, kennis toe te passen en kennis te maken." 

Linking-pins spelen een belangrijke rol binnen UNC-ZH. Het is de bedoeling dat er straks bij elke lidorganisatie zo’n linking-pin is. "Wij zorgen voor de coördinatie en de communicatie tussen de verschillende niveaus en zijn de schakel tussen de zorginstelling en de universiteit. Ook zijn wij lid van de wetenschappelijke onderzoekscommissie, verspreiden we opgedane kennis binnen de organisatie en halen we kennisvragen op in de praktijk."

Onderzoek eigen medewerkers
Ze vraagt de aanwezigen om in groepjes na te denken over mooie voorbeelden van de verbinding tussen onderzoek en praktijk. Dat levert al een paar interessante parels op. Eén iemand noemt dat er bewuster wordt gekeken naar de opleidingen die werknemers doen. "Vaak doen die ook onderzoek op de werkvloer, maar daar was de WOC dan helemaal niet van op de hoogte." 

Een ander noemt de goede onderzoeksvragen die er op de werkvloer leven. "Als je mensen vraagt: wat zou jij willen laten onderzoeken, dan liggen ze voor het oprapen." Een derde noemt kenniscafés, waar onderwijsinstellingen naar zorginstellingen komen om onderzoeksresultaten te delen.

Enthousiast over onderzoek
Binnen UNC-ZH worden er ook subsidies voor onderzoek uitgedeeld. Psycholoog Melanie van der Velde en ergotherapeut Mariska Vielvoye werken beiden bij een lidorganisatie van UNC-ZH en kwamen vanuit hun eigen praktijk met een idee voor een onderzoek, waarover ze vandaag vertellen. 

Van der Velde deed een haalbaarheidsonderzoek naar een dagelijkse wandeling voor bewoners met dementie op een pg-afdeling, Vielvoye begint dit voorjaar met een onderzoek naar revalidatie van de mantelzorger na een CVA. Nanninga: "Dit zijn twee mooie voorbeelden van hoe je vanuit de praktijk tot een onderzoeksvraag kunt komen en van hoe je daar dan met een subsidie zelf mee aan de slag kunt gaan — en hoe je vervolgens zelfs enthousiast kunt worden over onderzoek doen."