Maak het snackable
“Waarom zou je géén kennis delen?”, vraagt Leonoor Ahrens van Vilans aan het begin van de workshop ‘de kunst van het verleiden’. “Als je kennis deelt, ligt het gevaar op de loer dat mensen er met je verhaal vandoor gaan of het vervormen”, zegt een ergotherapeut en onderzoeker. “Ik ben daardoor wel wat patiënten misgelopen. “Tijd is een issue”, vult iemand anders aan. “Je ziet dat veel mensen het te druk hebben en dan doe ik het liever zelf dan dat ik ga uitleggen en overdragen.”
Antwoorden vinden
Nadat Leonoor Ahrens over Vilans heeft verteld, mogen de workshopbezoekers – behandelaars, beleidsmedewerkers, docenten, verpleegkundigen en studenten - op kaartjes schrijven welke vragen zij op de werkvloer hebben. Daarbij mogen ze opschrijven hoe ze naar antwoorden zoeken op die vragen. Het is even stil. “Oh, ik heb zoveel vragen”, zegt iemand. Ahrens: “Wie wil zijn vraag delen?”
Een psychologe vertelt: “Ik zit in een kenniscommissie van een verpleeghuis en we wilden graag alle lopende onderzoeken presenteren. Dus organiseerden we een college, maar daar kwam niemand op af. Dus mijn vraag is: Hoe zorgen we dat we de aandacht van de zorgmedewerkers krijgen?” Een goede en terechte vraag, klinkt het in de zaal. Iemand anders zegt: “Oh, bij ons heet dat een wetenschapscommissie, volgende week organiseren wij ons eerste congres en binnen een week waren alle 85 plaatsen gevuld.” -“Ah prachtig, misschien kunnen we straks even samen zitten.”
Persona
Ahrens vertelt dat er goede manieren zijn om kennis op de werkvloer aantrekkelijker te maken om die vervolgens effectief te kunnen delen. “Maak het snackable”, zegt ze. “Dat betekent dat je het in hapklare stukjes breekt en het daarmee begrijpelijk maakt voor de lezer.” Daarnaast is het belangrijk om overzicht te geven, lezers te activeren en het visueel te maken, legt Ahrens uit. “Een filmpje of een foto scoort beter dan een tekst. Het aantal woorden dat op een website wordt gelezen is gemiddeld 28.” Tot slot is het van belang om in de huid van de doelgroep te kruipen. “Een zogeheten persona creëren is denken vanuit de eindgebruiker. Als je meer weet van wat diegene wil en waar diegene behoefte aan heeft, dan kun je de boodschap goed afstemmen.”
Tijd voor de zorgmedewerkers om ook zo’n persona te creëren. Iedereen gaat per vakgebied in een groepje uiteen en ontwerpt een persona op een vel de muur. Ze schrijven daarbij op wat de drijfveren zijn van deze fictieve zorgmedewerker, wat de belemmeringen zijn en hoe ze zich blijven ontwikkelen.
Carolien
Eén van de persona’s is ‘Carolien’, bedacht door het groepje EVV’ers. “Carolien is druk bezig met kennisoverdracht, doet cursussen en opleidingen, maar krijgt het team niet mee. Ze krijgt veel ‘ja-maren’, er is veel negativiteit, want veel collega’s van Carolien laten het graag zoals het in het zorgplan staat. Terwijl het om de bewoners gaat.”
Bij de fictieve persoon van de verpleegkundige docenten zijn de belemmeringen vooral tijd en werkdruk. “Daarnaast gaat de ontwikkeling van de ict zo snel, dat we het soms niet kunnen bijbenen.”
Elk groepje laat zijn persona zien. De tijd is om. “Wat vonden jullie ervan?”, vraagt Ahrens. Een beleidsmedewerker is blij met de workshop. “Heel inzichtelijk. Ik vond het met name belangrijk om te horen waar de EVV’ers en verpleegkundigen tegenaan lopen, omdat wij daar natuurlijk ook mee te maken hebben. Ik schrik wel een beetje van de negativiteit op de werkvloer. Ergens kende ik die belemmeringen wel, maar dat het zelfs kennisoverdracht in de weg staat, ja, daar moeten we wel iets mee.” Een verzorgende eindigt: “Wij horen vaak, wij doen het hier al 55 jaar zo, dus we willen niet veranderen. Probeer dat maar eens te doorbreken.”
Bekijk hier het overzicht van de persona’s.