Les in de realiteit
Elk opleidingsinstituut worstelt met de vraag: wat is de beste manier van kennisoverdracht? Hoe zorg je ervoor dat die zo goed mogelijk aansluit bij de praktijk? "Als stagebegeleider kreeg ik vanuit zorginstellingen regelmatig de vraag: leren ze dat niet op school?", vertelt Michael Maissan van het Limburgse ROC Gilde Opleidingen. "Studenten zeiden dan ook: nee, dat heb ik nooit gehad. Terwijl ik toch zeker wist dat ik daar les over had gegeven."
Acquisitie/realistisch
Voor Maissan en zijn collega’s bij de opleidingen Maatschappelijke Zorg, Verzorgende IG en de combinatieopleiding was het reden om hun lessen eens onder de loep te nemen. Daarbij gebruikten ze het Model voor het ontwerpen van een beroepsgerichte leeromgeving van Ilya Zitter. Dat model zet acquisitie tegenover participatie en de geconstrueerde werkelijkheid versus de realiteit. Een stage zit bijvoorbeeld in het vak participatie/realistisch, de lessen anatomie en pathologie vallen in het vak geconstrueerd/acquisitie. "Wij hadden relatief veel vakken in dat vak en wilden daar verandering in brengen."
Zo ontstond het project Met één been in de MZ-praktijk. Maissen en zijn collega Chantal Kleijssen kregen hiervoor budget. "Het idee is dat we een dagdeel in de week, negen weken lang, naar de instelling gaan", vertelt Kleijssen. "We starten daar het dagdeel op met wat theorie en die brengen we vervolgens meteen in de praktijk. Daarna evalueren we nog een half uur. Als de theorie gaat over contact maken met dementerende ouderen, gaan ze dat daarna meteen doen. Zo krijg je als student meteen beeld en een gevoel bij de theorie. En meteen daarna reflecteer je op de situatie. Je kunt simpelweg niet alles nabootsen in het klaslokaal."
Monitoring en evaluatie
Twee zorginstellingen wilden meewerken en de Academische Werkplaats Ouderen Zuid-Limburg, werd aangehaakt voor monitoring en evaluatie. In de Academische Werkplaats werken kennis- en zorginstellingen samen, om zo een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven, van zorg en van werk.
"Ons personeel is zowel bij een kennisinstelling als bij een zorginstelling werkzaam", vertelt Bram de Boer. "We noemen ze linking pins: ze halen de vragen uit de zorginstellingen naar boven. Dit project sluit bij ons werk aan, omdat als studenten van de opleiding komen ze niet altijd de competenties hebben die nodig zijn."
Sterktes en zwaktes
Het is tijd voor een SWOT-analyse. Wat vinden de deelnemers de sterktes en zwaktes van het project, en wat zijn kansen en bedreigingen? In drie groepen gaan ze daarover in gesprek. Bij elke tafel staan ook studenten die deelnamen aan het project. Hun wordt het hemd van het lijf gevraagd.
"Ik vond het heel fijn om hieraan mee te doen", zegt een student. "Ik was de eerste keer best geschrokken van de cliënten. Tegen een stagebegeleider zou ik daar minder eerlijk over zijn. Maar met mijn klas, met m’n vriendinnen, kon ik er tijdens de evaluatie meteen over praten." Een andere student vindt dat laatste half uur ook heel fijn. "In het begin vond ik het contact met de cliënten best moeilijk. Het hielp toen om de ervaringen van klasgenoten te horen."
Wafels bakken
In een groepje noemt iemand als zwakte van het project dat het een te groot beroep op medewerkers van de instellingen doet. Maar dat blijkt in de praktijk mee te vallen. "We gingen met een paar cliënten wafels bakken, een cliënte die normaal heel veel slaapt, leefde daar helemaal van op. Dus de medewerkers waren daar heel blij mee", vertelt een student. Een ander: "Medewerkers zijn juist heel enthousiast. Onze hulp is voor hen een voordeel. We kunnen ze vragen stellen als ze in de buurt zijn, maar als ze er niet zijn zoeken we het zelf uit."
Als bedreiging wordt continuïteit genoemd. "Dat snap ik", reageert De Boer. "We staan nu nog aan het begin van het project, maar het is natuurlijk ons doel om dit helemaal in te bedden in het onderwijs en zo continu aanwezig te zijn."
Welkom voelen
De kansen en sterktes van het project krijgen van de aanwezigen echter de meeste aandacht. "Wij kunnen er echt ook iets aan hebben", zegt een van de deelnemers aan de workshop. "Maar dan moeten wij er wel voor zorgen dat de studenten zich welkom voelen bij ons."
De eerste resultaten zijn positief, vertelt De Boer aan het einde van de workshop. Studenten én zorginstellingen zijn enthousiast. "Wij zijn benieuwd of er vergelijkbare concepten zijn. Deel ze gerust met ons, want daar kunnen wij alleen maar van leren."
Heeft u een tip voor De Boer? U kunt hem bereiken via b.deboer@maastrichtuniversity.nl