Laat onderzoek en praktijk samensmelten
Handopsteken
Kennisbeleid op het gebied van langdurige zorg is spannend werk, zegt Van Uum. “Het zijn vaak politiek complexe vraagstukken, het gaat over geld, over heel veel geld, maar het gaat ook over menselijkheid, over zorg, over iets waar je echt het verschil kunt maken...” zegt hij. Hij polst de zaal. Mensen die werken in de ‘hardcore zorg’, mensen die werken in het onderzoek, en mensen die bezig zijn met beleid steken hun hand op. Die laatste groep blijkt verreweg de grootste te zijn.
Kenniscyclus
Van Uum legt de kenniscyclus uit die op zijn beleidsterrein gehanteerd wordt. Van ‘kennis ophalen en inventariseren’ naar ‘onderzoek programmeren’ en ‘onderzoek doen’ en ‘invoeren van kennisproducten’ naar ‘evalueren’, en zo rond. Het doel van die cyclus, van het gehele kennisbeleid, is het verbeteren van de kwaliteit van de zorg voor de cliënt en van de professionaliteit van de zorgverleners. Want de zorgvraag neemt steeds meer toe, en het welbevinden van de cliënt wordt steeds belangrijker.
Onderzoek naar jeuk
In 2016 zijn er uitgebreide veldraadplegingen geweest naar aanleiding van een kritisch rapport over de zorg. In 2017 en 2018 zijn er veel stappen gezet in de kennisontwikkeling. Vilans speelde een grote rol bij het inventariseren van de kennisbehoefte bij zorgverleners, bij de zorgvraag. Bij het ‘onderzoek programmeren’ loopt er een aantal programma’s, de ZonMw-programma’s. Er komen ook nieuwe programma’s aan: onder meer in de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. ‘Onderzoek doen’ volgt uit de lopende programma’s van ZonMw. Er komt ook nieuw onderzoek aan, bijvoorbeeld over jeuk bij bewoners van zorgcentra. Klinkt simpel, maar is toch ontzettend belangrijk voor de kwaliteit van leven, zegt Van Uum.
Foto’s in de zaal
Bij het ‘invoeren van kennisproducten’ noemt Van Uum de beroepsstandaarden die zijn neergelegd in ‘Skilz’. Het uitwisselen van kennis tussen onderwijs, wetenschap en praktijk laat nog wat te wensen over. Zorg, wetenschap en onderwijs weten elkaar nog niet echt goed te vinden. Als we aankomen bij ‘evaluatie’ heeft Van Uum het over een aantal voornemens van het ministerie: een adviesaanvraag over hoe het evaluatieproces vorm te geven en een adviesaanvraag voor het NZa. Dat leidt allemaal tot de volgende ambitieuze agenda, zegt Van Uum, een agenda die binnenkort in een brief van de minister terecht zal komen. Bij de agenda die Van Uum laat zien op het beeldscherm gaan de mobieltjes in de zaal de lucht in, er worden veel foto’s gemaakt.
Moeilijke vragen
Dan legt Van Uum de luisteraars in de zaal twee ‘moeilijke vragen’ voor: ‘Een lerende omgeving voor zorgverleners: wat is daarvoor nodig?’ en ‘Verbinding met het onderwijs: waarom is dit zo moeilijk en hoe krijgen we het wel voor elkaar?’ De luisteraars in de zaal voelen zich aangesproken, de moeilijke vragen van Van Uum maken volop discussie los. Die gaat bijvoorbeeld over de belemmeringen waar je tegen aanloopt als je te maken hebt met meer dan één ministerie. “Er wordt door VWS overlegd met OCW om die belemmeringen in de regelgeving te voorkomen” zegt Van Uum. Iemand in de zaal wijst op de kansen: “Laten we vooral zoeken naar de overeenkomsten, hoe kunnen die ministeries samen optrekken?”
In de praktijk?
Ook over de relatie tussen wetenschap en de praktijk wordt volop van gedachten gewisseld. Een verpleegkundige uit Winterswijk schetst een beeld uit de praktijk: “Ik was op een symposium waar wel 60 prachtige projecten op het gebied van onderzoek werden gepresenteerd. Mooie apps, bijvoorbeeld. Maar er was heel weinig nagedacht over implementatie in de praktijk. Wie moet er met die apps gaan werken? Wie leert onze mensen dat? De relatie tussen wetenschap en onderwijsinstellingen is belangrijk, maar tussen wetenschap en praktijk –de instellingen– is óók belangrijk, dat moeten we niet vergeten.”
Versmelten
Iemand anders draagt een mogelijke oplossing aan: “Maak de onderzoeker verantwoordelijk voor de implementatie van zijn onderzoek. Valorisatie richting praktijk moet onderdeel zijn van het onderzoek. De onderzoeksinstellingen moeten dat eigenlijk inbouwen in de project- of subsidieaanvraag.” Een lector uit Maastricht houdt tot slot een pleidooi voor het ‘versmelten’ van onderzoek en praktijk. “In de kenniscyclus zijn het twee stappen. Maar als je die twee stappen samenvoegt, versmelt, versterken ze elkaar.”