Kennis moet vooral stromen: een brug slaan tussen landelijk en lokaal

Meebouwen aan kennisontwikkeling en kennisdeling in de gehandicaptenzorg
Hoe organiseer je kennis en wat is nu eigenlijk persoonsgerichte zorg? En hoe kun je binnen persoonsgerichte zorg een professionaliseringsslag maken? Binnen het landschap van de gehandicaptenzorg is het soms lastig om door de bomen het bos te zien. Hoe sla je niet alleen een brug tussen kennis en praktijk, maar hoe vertaal je landelijk naar lokaal?

Na een korte inventarisatie van welke beroepsgroepen uit het werkveld allemaal aanwezig zijn beginnen Marion Kersten en Gera van der Woude meteen met de workshop zelf: iedereen moet gaan staan en zich naar aanleiding van een stelling door de ruimte verplaatsen. Als je achteraan gaat staan ben je tegen de stelling, als je voorin gaat staan ben je voor.

De eerste stelling
In 2030 is in de gehandicaptenzorg alle kennis geconcentreerd bij een beperkt aantal specialistische zorgaanbieders

“Ik denk dat er behoefte is om kennis te delen,” zegt iemand midden in de zaal, “digitaal of in levende lijve, dus volgens mij is het ondenkbaar dat in 2030 alles gecentreerd is bij een beperkt aantal specialistische zorgaanbieders. En wat mij betreft is dat maar goed ook, want kennis moet stromen.”

De tweede stelling
In 2030 is in de gehandicaptenzorg alle kennis is gebaseerd op onderzoek (evidence based)

“Ik zou het heel erg vinden als de kennis alleen gebaseerd is op onderzoek. Je mist dan toch de intuïtie, ervaringskennis, praktijkkennis,” zegt iemand die midden in de zaal staat.
Iemand anders zegt: “Mijn hoop is wel dat er aan alles onderzoek vooraf gaat. Je kunt niet alles ondervangen, maar veel zou wel goed zijn. Dat je door onderzoek sneller kunt weghalen wat niet werkt, dan alleen door trail-and-error in de praktijk.”

De derde stelling
In 2030 maken in de gehandicaptenzorg ervaringsdeskundigen altijd deel uit van de multidisciplinaire teams.

Na het positioneren van iedereen in de zaal staan er twee mensen zo ver achteraan, dat ze bijna in de gang staan. Na navraag blijkt dat beiden eigenlijk meer naar voren wilden, maar dat het te druk was. De zaal lacht. “Ik merk nu al dat de inzet van ervaringsdeskundigen een meerwaarde is,” licht iemand toe. “Soms, als het bij bepaalde complexe zaken lastig is om de doelgroep zelf te betrekken, zou ook een naaste als deskundige moeten kunnen optreden.” 

Kennis naar de cliënten toe
Wat zou de zaal ervan vinden als ze nu al tien keer hadden moeten opstaan en van plaats hadden moeten wisselen? Gera van der Woude neemt het als vergelijking met wat een cliënt moet voelen als er geen geschikte plek kan worden gevonden in de gehandicaptenzorg. “We halen ‘m altijd aan,” zegt Gera van der Woude als de dilemma’s zijn afgerond. “Een MEE-lijst kwam in de media met namen van cliënten die geen plek konden vinden in de gehandicaptenzorg. Hoe ontzettend frustrerend moet dat zijn? Wij hebben toen die handschoen opgepakt. Hoe kunnen we dit beter organiseren?” De zorgprofielen van complexe zorg (VG 7 en 8)  stammen uit vroeger tijden, dus een actualisatie was noodzakelijk: “Naar aanleiding van de uitkomst hebben we afgesproken om kennis voortaan naar de cliënt toe te brengen. We geloven in de gedachte dat cliënten overal zitten, we zien de complexiteit van de context: de omgeving, hoe sluit de begeleidingsstijl aan? Hoe sluit alles aan bij bestaande netwerken en structuren? Ook werken we nu met open expertisenetwerken.”

Ren je rot
De groep wordt nu verdeeld en per groep moet er besproken worden welke partijen er allemaal te maken hebben met een cliënt in een bepaalde zorggroep. Alle partijen moeten worden genoteerd op een groot vel papier met een poppetje in het midden. Na de bespreking duizelt het van de namen van partijen, van familie en directe omgeving, naar de
CIZ en de facilitaire diensten. Ziekenhuizen, verpleeghuizen, kleinschalige woonvoorzieningen, maar ook zorgkantoor, dagbesteding, aangepast werk, de gemeenten, alles komt in beeld. “Misschien de kunstwereld,” vult iemand nog aan. “En de huisarts heb ik er ook nog in weten te frummelen.” Verslavingszorg. Psychiatrie. Sport, muziek. Paramedici. LVB kenniscentrum. NVG zorgorganisatie. Wijkteams. Justitie. De Borg. Woningbouw. GGZ. Social media. Gemeente WMO jeugdwet. Buren. School. Alles komt voorbij.

Eigen inkleuring
“We maken de stap van organiseren naar inhoud,” vervolgt Marion Kersten. “Dit doen we in Leidraden perspectief op persoonsgerichte zorg. Op landelijk niveau hebben we een visie omarmd dat het uiteindelijk altijd gaat om goede zorg die bijdraagt aan welzijn van de cliënt. Met die leidraden willen we een brug slaan van landelijk vastgelegde documenten naar de lokale praktijken. Er zijn al heel erg veel zorgprogramma’s, en die zijn een heel goed vertrekpunt om een gezamenlijke taal te vinden. Op landelijk niveau leggen we één stuk vast: lokaal kan dan vervolgens iedere organisatie er zijn eigen inkleuring geven.”

Voeg toe aan selectie