Infecties en antibiotica: een opfriscursus
De zaal van de workshop Infectieziekten bij ouderen zit helemaal vol. Laura van Buul begint door iedereen uit te nodigen op Kahoot, voor de game die bij de inleiding hoort. De zaal kan via hun smartphone ingelogd op Kahoot meedoen met de opfrisquiz. “Laat ik eerst even stellen dat de begrippen infectie en ontsteking vaak door elkaar worden gehaald. Een infectie is het binnendringen door een organisme in het lichaam, waardoor je ziek wordt. Afhankelijk van de soort infectie kun je op verschillende plekken in je lichaam ontstekingen krijgen.”
Antibiotica
Er komen op Kahoot vragen voorbij als “Wat is geen algemeen teken van infectie?”, “Welke typen ziekteverwekkers kennen jullie?” of “Zijn alle bacteriën schadelijk?” Ook zaken als hygiëne en vaccineren komen aan bod. En wat zijn nu de voor en nadelen van antibiotica? “Wat grappig is dat in Duitsland een grootschalig onderzoek plaatsvond op gebied van blaasontsteking. De ene groep vrouwen kreeg antibiotica voorgeschreven, de andere alleen ibuprofen.” Wat bleek: ⅔ van de groep met alleen Ibuprofen knapte ook op. Van Buul benadrukt nog even dat bij virussen antibiotica niet werkt.
“Is resistentie een probleem?” gaat Van Buul verder. “Ja! Want resistentie neemt toe! Het is één van de grootste bedreigingen van de gezondheidszorg. Als we niet oppassen krijgen we weer de situatie van vóór de Tweede Wereldoorlog: dat mensen kunnen overlijden door zoiets als een blaasontsteking.” Dus dat speelt ook een rol in de Nederlandse verpleeghuizen: gebruik het antibiotica alleen als het echt nodig is.
Nieuwe inzichten!
“Uit onderzoek blijkt dat één op de vier antibioticavoorschriften eigenlijk niet nodig is. En bij blaasontstekingen was het zelfs één op de drie.” Ze neemt als voorbeeld de casus van Aafje en de casus van mevrouw De Jong, waaruit uiteindelijk geconcludeerd kan worden dat bij dezelfde aspecifieke klachten bij een vrouw van in de dertig niet zo snel aan een blaasontsteking zal worden gedacht, terwijl dat bij de mevrouw in het pleeghuis in veel gevallen wel snel zal worden aangenomen.
“Wat blijkt nu?” legt Van Buul uit. “Als je het hele verpleeghuis zou gaan sticken dan blijkt 50% positief. Daarom is de urinestick bij ouderen niet echt effectief om een infectie aan te tonen. En bij mevrouw De Jong wordt dus de echte oorzaak niet aangepakt: wat zou er aan de hand kunnen zijn? Uitdroging, bijwerkingen, slaapproblemen, virus pijn, angst, somberheid. Wat kun je dan wél doen? In gesprek gaan. Meer laten drinken. De controles doen. Eventueel contact met arts.”
Wanneer wel?
Wanneer is er dan wél sprake van een UWI? Van Buul neemt ons mee in een lijstje:
Urineweg‐gerelateerde symptomen:
Pijnlijke en moeilijke urinelozing
Mictiedrang
Vaker moeten plassen
Nieuw ontstane urine‐incontinentie
Pusafscheiding uit de plasbuis
Algemene infectieverschijnselen (en bij een katheter gaan alleen deze op) :
Koorts
Koude rillingen
Delier
En overige aanwijzingen:
Pijn in de flanken
Pijn onderbuik
Van Buul verwijst door naar de nieuwe richtlijnen die te vinden zijn op de website van Verenso, alhier.
Luchtweginfecties
Van Buul benoemt even kort de highlights van de nieuwe richtlijnen omtrent luchtweginfecties. Wanneer denk je aan een lage luchtweginfectie? “Specifiek bij acuut hoesten en aspecifiek bij koorts of delier. Zeker als de bewoner een zieke indruk maakt, benauwd is, snel ademt en blauwe lippen heeft. Ook een snelle pols en een lage bloeddruk moet je meewegen. Heb je een vermoeden schakel dan de hulp van een arts in.”
Wil je meer weten over lage luchtweginfecties bij ouderen? Klik dan hier.