Een goede sfeer maakt goede zorg
Onderzoeker Tjeerd Andringa beweegt energiek heen en weer voor de flip-over. “Vergeet even waar je werkt. Denk aan thuis. Wat betekent het om thuis te zijn? Wat zijn er dan voor geluiden?”
“De waterkoker”, klinkt het uit de zaal. “Een laptop.” “Een radio.”
“En wat zijn fijne geluiden?”, vraagt Andringa die zowel geluidsonderzoeker bij het UMCG is als hoofddocent auditieve cognitie bij de RU. Fijne, huiselijke geluidjes zijn niet moeilijk te bedenken, blijkt. Een vertrouwd krakend huis, de douche die klettert, vogeltjes buiten, regen op de dakpannen.
Andringa: “En welke woorden koppelen jullie aan de geluiden van thuis?”
De zaal komt los. De woorden veilig, vertrouwd en relaxed worden geassocieerd met thuis.
Andringa: “Wat zijn onaangename geluiden?”
Ook die vraag is niet moeilijk. Iedereen kent wel een voorbeeld van onaangenaam geluid. Vliegtuiglawaai, een zagende buurman, een hard voorbij scheurende scooter. “Wat voor woorden zouden jullie daaraan koppelen?”, vragen Andringa en Kosters.
Overprikkelend, onveilig, stressvol, herrie, klinkt het in de zaal.
Janouk Kosters is promovendus bij UNO-UMCG. Ze laat op de speaker meerdere geluiden horen die zijn opgenomen in een verpleeghuis. De zaal moet raden welk geluid het is. Een koelkast die heel hard klinkt. Kopjes die op tafel worden gezet.
“Denken jullie dat er mensen zijn in jullie werk – bewoners - die geluidshinder ervaren?”, vragen de onderzoekers. De zaal knikt instemmend. Soms wordt er in de keuken te hard met het bestek gerammeld. Of staat er een radio aan. Of praat het personeel te hard.
“Zodra geluiden in een verpleeghuis huiselijke geluiden overstemmen, zoals een hard zoemende airco, wordt dat veilige, ontspannen gevoel minder”, legt Andringa uit. Het is dus zaak om de huiselijke geluiden te behouden, of als het moet, opnieuw te creëren.
Soms hinderen bewoners ook elkaar. “Wij hebben bijvoorbeeld een bewoner die de hele dag op de tafel klopt”, zegt een vrouw. Andringa: “Dat is een veróórzaker van geluid.” “Maar andere bewoners ervaren daar hinder van”, zegt de vrouw. Andringa: “Hoe reageren ze daarop?” De vrouw: “Ze schelden. Ze roepen hou op, ze gaan soms zelfs slaan.” Later in de workshop zegt Andringa dat er soms simpele oplossingen voor het geklop zijn, zoals een viltje eronder, of een tafelkleed. Als er maar aandacht aan wordt besteed.
Verderop in de workshop laten Andringa en Kosters zien dat er geluiden zijn die kalmte veroorzaken, geluiden die levendigheid veroorzaken, chaos of saaiheid. Dat is vrijwel universeel. “Met de staf in verpleeghuizen proberen we er in dit onderzoek voor te zorgen dat geluiden die chaos en saaiheid veroorzaken minder dominant worden.”
Mensen bij wie het cognitieve vermogen achteruit gaat, kunnen veel onaangename geluiden soms niet plaatsen waardoor ze verward raken en zelfs angstig kunnen worden.” Door het onderzoek wordt er gewerkt aan een betere sfeer en bewustzijn creëren bij zorgverleners.. “We proberen ervoor te zorgen dat de fijne geluiden weer de overhand krijgen en de sfeer verbetert. Want als de sfeer goed is, dan is de zorg goed.”
Andringa en Kosters zoeken binnenkort nieuwe verpleegafdelingen voor hun onderzoek met de MoSART-app waarmee geluid in verpleeghuizen wordt gemeten. Aanmelden kan bij UNO-UMCG (h.j.luijendijk@umcg.nl).