Een frisse blik op onvrijwillige zorg
Bij binnenkomst dirigeren Benjamin en Frank de workshopbezoekers naar een plekje. Een iemand moet achter de flipover gaan zitten, een ander met haar rug naar de sprekers. "Het voelde vooral niet zo vrij", reageert een van de aanwezigen als hem gevraagd wordt wat hij vond. "Ik voelde me niet welkom", zegt een ander. Weer een ander: "Ik wilde eigenlijk niet luisteren maar deed het toch maar, omdat het een eenmalige workshop is."
"Wij zijn hier allemaal bij machte om aan te geven dat we iets niet prettig vinden", zegt Desiree Broeders van zorgorganisatie Prisma. "Niet iedereen die zorg krijgt kan dat." Bij haar zorginstelling zijn ze nu met de Met Andere Ogen-methode aan het onderzoeken wat voor onvrijwillige zorg er is en hoe die afgebouwd kan worden.
Binnen zonder kloppen
Bij onvrijwillige zorg kun je denken aan separatie, beperking van de bewegingsvrijheid, het gedwongen toedienen van vocht, voeding en medicatie, maar ook aan het niet zelf mogen kiezen wat je op brood mag. Benjamin en Frank, die zelf begeleid wonen, herkennen ze allemaal. "Vroeger kwamen zorgmedewerkers m’n kamer weleens binnenlopen zonder te kloppen", zegt Benjamin. Frank: "Ik mag niet zelf kiezen waar ik heenga met vakantie."
Broeders: "Dit soort maatregelen komen voort uit veiligheidsoverwegingen voor de cliënt, maar ook voor zijn of haar begeleiders en verzorgers. Daarbij is het soms ook de werkdruk die leidt tot vrijheidsbeperkende maatregelen."
Haar blonderen
Simone van der Plas is de andere workshopleider en onderzoekt de Met Andere Ogen-methode aan de VU. "Wat doet u om uw cliënten goed te leren kennen", vraagt ze aan de zaal. "Ik kijk altijd goed naar de reactie van de cliënt", zegt iemand. Een fysiotherapeut: "Ik probeer mensen altijd keuzes te geven."
Van der Plas vertelt over het Netwerk Vrijheid en Veiligheid, dat zich richt op mensen met moeilijk verstaanbaar gedrag. Hieruit is een leerwerkgemeenschap van onderzoekers en professionals voortgekomen die onderzoekt hoe vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen worden teruggedrongen.
Frank en Benjamin wonen beiden begeleid. Wat betekent vrijheid voor hen? "Dat mijn begeleiders er voor me zijn als ik ze nodig heb, maar ook dat ik weg kan als ik weg wil", zegt Frank. En Benjamin: "Dat ik zo zelfstandig mogelijk kan leven en dat ik hulp krijg als ik die nodig heb. Dat ik mag leren en fouten mag maken. Toen ik jong was wilde ik een keer m’n haar blonderen met waterstofperoxide. Ik mocht het, maar ik wil het nooit meer. Daar was ik anders nooit achter gekomen."
Naar de Efteling
Broeders vertelt over de woonzorgvoorziening waar zij werkte en waar ze met haar collega’s in een paar jaar tijd veel onvrijwillige zorg omzette naar vrijwillige zorg. Uiteindelijk zijn ze zelfs met de groep en alle medewerkers naar de Efteling geweest. "De polsbandjes bleven in de rugzak. Dat was een enorme stap en had een paar jaar eerder echt niet gekund", vertelt ze.
Er was een heel bewustwordingsproces voor nodig om dit voor elkaar te krijgen, legt Broeders uit. "Waarom doen we dingen op een bepaalde manier? Waarom moeten we deze cliënten zo vaak fixeren? Kan het ook anders? Waarom begint deze cliënt te slaan? Wat gaat er vooraf aan dat gedrag."
De Met Andere Ogen-methode promoot een frisse blik op de werkvloer, legt onderzoeker Van der Plas uit. "Hij is gebaseerd op de principes van het participatief actieonderzoek. Die gaat ervan uit dat je kunt leren van de wereld door professionals die zelf te laten onderzoeken en ze vervolgens daarop te laten reflecteren."
De methode bestaat uit vier fasen. In de startbijeenkomst wordt uitgelegd hoe je moet observeren in een team waarin je niet werkt. Daarna wordt er geobserveerd en vervolgens bespreek je je observaties met andere observatoren. In de vierde fase wordt de kennis over de organisatie verspreid, in bijvoorbeeld een handreiking of via het intranet.
Een frisse blik
Bij Prisma starten ze nu met de implementatie van de Met Andere Ogen-methode op acht woonvoorzieningen, vertelt Broeders. "We zijn een implementatieplan aan het maken. We gaan bijvoorbeeld steeds met twee externe observatoren naar een locatie, zodat ze in gesprek kunnen over wat ze zien. Het moeilijkste is om aan de medewerkers duidelijk te maken dat die observaties plaatsvinden om bewustwording te realiseren. De observatoren komen niet vertellen wat wel en niet goed gaat. We willen vooral bevragen of de onvrijwillige zorg die er is echt de best mogelijke zorg is." Na de eerste acht instellingen binnen Prisma volgen de volgende acht. "Zo hopen we binnen de organisatie een steeds breder draagvlak voor de methode te krijgen."
Van der Plas: "Uiteindelijk geeft de methode je een frisse blik op de zorgpraktijk, waardoor je nieuwe oplossingen gaat uitproberen. In een veilige leeromgeving gaat een professional observeren, die vertelt zonder oordeel wat hij ziet. Dat kan leiden tot een verbetering van de leefomgeving van de cliënt, tot een meer multidisciplinaire aanpak, tot meer betrokkenheid van de familie en meer regie voor de cliënt zelf."